Ongevraagd advies

Wie kent het niet? Je krijgt ineens ongevraagd advies van je partner, familielid, vriend(in) of collega. Of je wilt iets vertellen en de ander zegt dat hij dat ook heeft meegemaakt en neemt het verhaal van je over door zijn ervaring te vertellen. Goedbedoeld en toch roept het ergernis op.

Ik zal niet roomser zijn dan de Paus. In een ‘grijs’ verleden heb ik eens ongevraagd advies gegeven aan een vriendin. Goedbedoeld en nietsvermoedend… Het was echter zó kwetsend en pijnlijk voor haar dat het onze vriendschap heeft gekost. Een leerzame (en ook pijnlijke) ervaring voor mij. Wat is het toch dat we een ander graag ongevraagd adviezen geven?

Vaak hoor ik van cliënten na het verlies van een dierbare dat deze ongevraagde adviezen de grootste bron van ergernis vormen en zo pijnlijk zijn: “Als je het eerste jaar maar door bent…” en “Tijd heelt alle wonden.” Of als een vriendin die je over je relatieproblemen vertelt, zegt: “Stop toch met die relatie, het brengt je alleen maar narigheid!” De ontvanger van het advies staat schaakmat: het is goed bedoeld en dus het voelt ongemakkelijk om er iets van te zeggen.

De crux is dat de ‘adviseur’ ongevraagd in de ruimte van de ander stapt. Het is een vorm van grensoverschrijding. Impliciet is namelijk de boodschap van het advies: ik wil dat je anders doet en dus bent dan je nu bent. Kortom, de ontvanger ervaart het als een afwijzing.

Het raakt een oude kindpijn waarbij je je op enig moment ook niet gezien of gehoord, ofwel afgewezen hebt gevoeld door bijvoorbeeld je ouders of door een broer of zus. Dit maakt dat je irritatie en de daaronder liggende pijn zo sterk kan zijn.

Met een ongevraagd advies help je de ander niet. Je ontneemt de ander zijn eigen verantwoordelijkheid. De ander heeft er meer aan zijn eigen verantwoordelijkheid te leren dragen. En om te leren van zijn eventuele vergissingen.

Je hebt te ‘verduren’ dat het moeilijk is de ander het op zijn of haar eigen manier te zien doen of te zien worstelen. Stiltes laten vallen, een goede open vraag stellen, actief luisteren, maar ook het probleem bij een ander laten: de ‘helper’ in ons vindt dat knap lastig. Toch is het zo essentieel, want het geven van ongevraagd advies plaatst de adviesgever boven de ontvanger. En… doordat je hierdoor in een ouder-kind positie ten opzichte van elkaar komt te staan, haalt het ook nog eens het vuur uit je liefdesrelatie!

Als ik het hier met cliënten over heb, komt soms de vraag naar boven drijven: “Maar wat blijft er van mij over als ik niet meer kan adviseren en kan zorgen voor een ander?” Een keerpunt, deze vraag! Inderdaad, wat als je identiteit is gebouwd op dit patroon van ‘helpen’? Een patroon dat je onbewust altijd zo veel heeft opgeleverd, anders zou je het niet onbewust in het leven hebben geroepen. Een existentiële vraag: “Wie ben ik als ik niet meer voor de ander zorg?”

“Een mooie vraag om mee ’te zijn’ de komende tijd”, moedig ik de cliënt aan. Ik ben mij ervan bewust dat ik nu ‘op mijn eigen billen moet blijven zitten’ en moet ‘verduren’ dat de ander zonder antwoord de deur uit gaat. Dat ik ‘de helper’ in mij parkeer. Dat ik het hem of haar ‘gun’ om in verwarring de deur uit te gaan. Want ja…, verwarring is het begin van groei!