Nieuwe oude vrienden

Lang geleden zei een vriendin uit de middelbare schooltijd tegen mij, nadat wij elkaar jaren niet gesproken hadden en ik opsomde met wie ik nog contact had: “Jij bent net een labrador…”.

Toegegeven, ik verbreek niet graag vriendschappen, ik ben behoorlijk trouw en zo kan het voorkomen dat ik nog contact heb met vriendinnen van de lagere en middelbare school, met dierbare ex-vriendjes uit die tijd, met studiegenoten, met oud-collega’s van m’n eerste baan. En heb ik nog altijd heel goed contact met m’n vorige geliefde met wie ik na elf jaar nog altijd de tafel deel. Ik bedoel maar.

Toch had ik toentertijd gemengde gevoelens bij haar typering. Vond ze mij soms een allemansvriend? Die haar grenzen niet wist aan te geven? Die zich voor ieders karretje liet spannen? Tenslotte is een labrador van oorsprong gefokt als jachthond die niet snel zal blijken dat hij pijn heeft en graag werkt voor de baas.

En/of bedoelde ze te zeggen dat ik niet zo wist wat ik zelf belangrijk vond? Allemaal in die tijd best wel waar en dus niet ondenkbaar dat ik mij een beetje ‘betrapt’ voelde door haar. Nog los van de niet-ondenkbare mogelijkheid dat ze zélf verlangde naar zulke dierbare vriendschappen. Hoe het ook zij, ik moest eraan terug denken toen ik een citaat las in ‘Tegen de zon in kijken’van Irvin Yalom. Een boek over doodsangst en – heel bemoedigend – hoe die te overwinnen.

Yalom schrijft: “Nauwe banden helpen tegen de angst voor de dood. Ik koester mijn relaties met mijn familie, mijn vrouw, mijn kinderen, mijn netwerk van goede vrienden, van wie menigeen al tientallen jaren meegaat. Ik ben erg standvastig in het onderhouden van oude vriendschappen; je kunt tenslotte nooit nieuwe oude vrienden maken.”

En zo is het…